Naar aanleiding van de concerten met Japanse fluitmuziek, die Japan Fans Utrecht organiseerde op o.a. CAMERA JAPAN festival en de ‘Manga en Japanse Cultuur Week‘, werd oprichtster Martine geïnterviewd door Simone Langejan. Zo kwamen de Japan Fans in het Algemeen Dagblad.
Bijna iedereen heeft wel een hobby. En altijd met een verhaal. Martine Mussies, onderzoeker aan de Universiteit uit Utrecht, heeft ruim veertig verschillende fluiten waarop ze Japanse muziek speelt. ,,Iedere fluit heeft zijn eigen verhaal, alsof het allemaal vrienden van mij zijn.’’
Hoe ben je in aanraking gekomen met Japanse fluitmuziek?
Martine: ,,Ik heb een fascinatie voor Japan: de kunst, cultuur, kalligrafie, muziek en veel meer. Tijdens corona ben ik de “Japan Fans” gestart (www.japanfans.nl). Ik was toen zelf al bezig met budo (Japanse vechtsporten zoals karate, red.), en iemand had een filmpje in de groep gepost van een zwaard-vorm met muziek eronder. Dat is opmerkelijk, want meestal is vechtsport in Japan in stilte. Die klanken raakten me enorm en ik wilde er direct alles van weten. Het bleek Japanse “shakuhachi” fluitmuziek te zijn. Ik speelde al fluit en ben toen aan de slag gegaan om deze muziek te leren.”
Wat vind je er mooi aan?
,,Wat opvalt aan Japanse muziek zijn de verstilling, de effecten en klanken. De muziek speelt met het idee van imperfectie, die maken ieder stuk anders. In enkele moderne Japanse stukken die ik speel moet ik bijvoorbeeld extra aanzetten bij een hoge toon, zodat deze overslaat, “piept”, wat in klassieke muziek een “fout” is. Voor ieder stuk muziek heb ik weer een andere fluit die gebruikt kan worden. Ik heb er ruim veertig en kan ze allemaal bespelen.”
Is het niet lastig kiezen uit veertig fluiten?
,,Ieder blaasinstrument is uniek, met een bepaalde klank die past bij een bepaalde sfeer. Zo heb ik een paar kleine fluitjes, maar ook een basblokfluit van een meter lang. En een elektrische fluit die ik combineer met elektronische geluiden uit Japanse computerspellen. Die afwisseling maakt het leuk. Iedere fluit heeft zijn eigen verhaal, alsof het allemaal vrienden van mij zijn. Ik experimenteer graag bij elk muziekstuk met verschillende fluiten. Vervolgens schrijf ik op hoe ze klinken. En dan kies ik er eentje uit, passend bij een sfeer en nummer. Enkele van de componisten die muziek voor mij geschreven hebben hebben een duidelijke voorkeur, maar meestal mag ik het bepalen.”
Kan jij ook Japanse bladmuziek lezen?
,,Ik kan sommige vormen van Japanse notatie lezen, maar dat gaat nog heel langzaam! Vaak schrijf ik manuscripten of opnames eerst uit in Westerse annotatie, daar oefen ik dan mee. Door filmpjes van het internet af te halen of een plaat te kopen, leer ik ook veel. Die muziek speel ik dan na. Uiteindelijk hoop ik een album te maken en te kunnen delen met andere liefhebbers. Maar tot het moment daar is, oefen ik nog hard verder.”